WikiVet LIVE – op het Virtueel Congres 2021 – WikiVet is een samenwerking aangegaan met The Webinar Vet en heeft een studentenstream gecreëerd op het Virtueel Congres 2021
Er is een beperkt aantal GRATIS tickets voor studenten – op basis van wie het eerst komt, het eerst maalt.
Lijmvorming is een osmotisch secretieproces dat wordt aangestuurd door de actieve concentratie van galzouten in de galkanalen. Galzuren worden geproduceerd uit cholesterol en worden, voordat zij door de hepatocyten worden uitgescheiden, gebonden aan specifieke aminozuren, waardoor zij als galzouten kunnen bestaan. De ene kant van de galzoutmolecule is negatief geladen (hydrofiel), terwijl de andere hydrofoob is, waardoor de galzouten micellen kunnen vormen zodra een bepaalde galzoutconcentratie is bereikt.
Verschillende transportmechanismen in de basolaterale (sinusoïdale) en apicale (canaliculaire) oppervlakken van de hepatocyten vergemakkelijken deze actieve concentratie. De snelheidsbeperkende stap in dit proces is via transport over de canaliculaire membraanzijde van de hepatocyten en specifiek via ATP-afhankelijke pompen (ATP-binding cassette family of membrane transporters).
In het sinusoïdale membraan houdt Na/K ATPase een lading van -35 mV in stand die verschillende transportmechanismen aandrijft. De Na/H+ pomp drijft protonen uit de cel, terwijl HCO3- wordt uitgewisseld voor Na+, waardoor bicarbonaat gemakkelijker de cel binnenkomt. Daarom is de actieve concentratie van galzouten of zuren afhankelijk van Na+ en wordt het transport vanuit het plasma naar de hepatocyten bemiddeld door de natriumtaurocholaat cotransporter. Andere niet-geconjugeerde galzouten (cholaat) en lipofiele albimin-gebonden verbindingen worden vanuit het plasma naar de hepatocyten getransporteerd via een natriumonafhankelijke transporter.
Er zijn een aantal transporters geïdentificeerd die belangrijk zijn bij de galvorming. Het multidrug resistance-1 P-glycoproteïne (MDR1) en MDR3 hebben leverspecifieke functies waardoor zij fosfatidylcholine kunnen transporteren van het binnenste naar het buitenste blad van het canaliculaire membraan. De canaliculaire multispecifieke organische-anionentransporter is een canaliculaire vorm van het multidrug resistentie-geassocieerde eiwit (MDP2) en medieert het transport van leukotriëen C4, glutathion-S-conjugaten en glucuroniden (bilirubine diglucuronide, estrodiol-17β- glucuronide) en is grotendeels verantwoordelijk voor het genereren van galstroom onafhankelijk van galzouten binnen de galkanalen. Van canaliculaire galzouttransporteurs wordt aangenomen dat zij lid zijn van de ATPase binding cassette familie.
De galstroom wordt ook beïnvloed door een aantal andere variabelen, waaronder de exocytose van transcytotische en subcanaliculaire blaasjes, activiteiten van peptidasen, nulceotidasen, periodieke samentrekkingen van de galkanaaltjes, de galbuisjes en de ionkanalen van de hepatocyten. Chloride wordt uitgescheiden door de chloride/bicarbonaat-anionenwisselaar en de cystische fibrose transmembraan regulator (CFTR), die zich op de luminale oppervlakte van de epitheelcellen van de galwegen bevindt.
Tweet
WikiVet® Introductie – Help WikiVet – Meld een probleem