Zink

Isotoop Atomaire massa (Da) Isotopische abundantie (hoeveelheid fractie)
64Zn 63.929 142(5) 0.4917(75)
66Zn 65.926 034(5) 0.2773(98)
67Zn 66.927 127(5) 0.0404(16)
68Zn 67.924 844(5) 0.1845(63)
70Zn 69.925 32(2) 0.0061(10)

In 1961 heeft de Commissie Ar(Zn) = 65.37 aanbevolen op basis van de chemische bepalingen. Intussen leverden massaspectrometrische bepalingen een hogere waarde van Ar(Zn) = 65,387 op.

In 1971 leverden coulometrische bepalingen Ar(Zn) = 65,377(3) op, waarop de Commissie de aanbevolen waarde wijzigde in 65,38(1). Spoedig werd een andere massaspectrometrische waarde gepubliceerd die Ar(Zn) = 65,396(5) opleverde. Geconfronteerd met deze voortdurende discrepantie tussen chemische en fysische waarden, beval de Commissie in 1983 Ar(Zn) = 65,39(2) aan, waarbij zij uitlegde dat de waarde nu werd gewogen in de richting van de massaspectrometrische meting, maar dat de onzekerheid ook de coulometrische meting omvatte. In 2001 werd Ar(Zn) gewijzigd in 65,409(4) en in 2007 erkende de Commissie dat de gegevens die van invloed waren op de beschikking van 2001 niet langer konden worden gestaafd en beval zij de huidige waarde van Ar(Zn) = 65,38(2) aan. Deze wijziging was uniek in die zin dat voor het eerst in de geschiedenis van de Commissie het standaard atoomgewicht (met zijn onzekerheid) buiten de grenzen van de vorige waarde lag.