Typische bandzaagbladgeleiders hebben drie elementen, één aan elke kant van het blad en één aan de achterkant van het blad. De geleide-elementen kunnen wielen, schuifblokken, of een combinatie van beide zijn. Voor de zijgeleiders is het ideaal een nauwe maar vrijlopende passing, ongeveer de dikte van een dollarbiljet. Nogmaals, idealiter zou het blad de geleiders niet mogen raken bij normaal gebruik, maar als ze alleen maar kussen dan zijn ze waarschijnlijk OK.
De achterste geleider zou ⅛ tot ¼ inch vrij moeten zijn van de achterkant van het blad. Tijdens regelmatig zagen op een goed ingestelde lintzaag zal het blad een beetje naar achteren bewegen of buigen als u het werkstuk erin drukt. Als je echt hard drukt, zal het blad hard tegen de achterste geleider drukken. Ik gebruik dit vaak als mijn indicator van wanneer ik het werkstuk hard genoeg in het zaagblad duw. Als het blad de achterste geleider nog niet raakt, dan kan ik waarschijnlijk agressiever zijn. Als ik hard tegen de achterste geleider wrijf of het wiel van de achterste geleider draait heel snel, dan duw ik waarschijnlijk zo hard als ik kan.
Wanneer ik zo hard duw, zal het blad bewegen of recht naar achteren buigen, en waarschijnlijk raakt het nog steeds niet de juist afgestelde zijgeleiders. Als ik harder blijf duwen dan kan het blad beginnen te draaien of te buigen, dan zal het de zijgeleiders raken. De zijgeleiders zullen helpen om het blad recht te laten snijden, maar zij zijn geen ijzeren slot op het blad dat het dwingt om recht te snijden.
Bij het diagnosticeren van een machine die niet recht snijdt, kijk naar de geleiders. Als de achterste geleider het blad raakt, zelfs als hij niet snijdt, dan is de achterste geleider waarschijnlijk te ver naar voren geplaatst. Dit dwingt het blad naar voren uit zijn natuurlijke positie op de bladwielen en kan slechte kwaliteit snedes veroorzaken. Als de achterste geleider te ver naar voren staat, kan het zelfs gebeuren dat het blad van de wielkroon wordt geduwd, vandaar de eerdere suggestie om de geleiders te controleren alvorens de wielen af te stellen. Na het correct afstellen van de geleiders kan u vaststellen dat het blad goed op de wielen volgt.
Als het blad hard op de zijgeleiders drukt, kan dit leiden tot een slechte kwaliteit van de sneden, maar het zal zeker leiden tot een kortere levensduur van het blad en een kortere levensduur van de geleider. Als de geleiders hard tegen het blad drukken, worden de geleider en het blad erg heet. Heet genoeg om het blad te vervormen en het zijgeleiderwieltje of blokje te doen verslijten. Ook is het hard wrijven van het blad op de geleider hetzelfde als het blad vragen om rond een zeer kleine radius te wikkelen en zal het blad doen breken. De ideale bladopstelling is een dollarbiljet rond het blad te wikkelen en dan de geleiders in te stellen tot zij het dollarbiljet net raken, dan het eruit te halen. Dit laat een nauwe maar vrijlopende passing achter. In werkelijkheid kunt u slordiger zijn dan dit met aanvaardbare opening die zich van enkel het kussen tot 1/32 duim uitstrekt. Het is zeer belangrijk dat de zijgidsen nooit allebei het blad tegelijkertijd raken, d.w.z. nul opening.
Zodra de bladgidsen behoorlijk opgesteld zijn ga terug en doe een snelle hercontrole van het blad volgen op de wielen.