Waarom de atoombom op Japan werd afgeworpen

De gangbare wijsheid – vooral in de VS – suggereert dat het noodzakelijk was de bom op Japan te gooien om de oorlog snel te beëindigen en levens te redden. Zelfs vandaag de dag geloven veel mensen oprecht dat de bom nodig was om een Japanse overgave te bewerkstelligen en om een invasie van Japan door de VS te voorkomen, die honderdduizenden levens zou hebben gekost. Maar uitgebreid wetenschappelijk onderzoek in de VS, met gebruikmaking van primaire bronnen uit die tijd, toont aan dat dit gewoon niet waar was.

Tegen de tijd dat de bom klaar was voor gebruik, was Japan klaar om zich over te geven. Zoals Generaal Dwight Eisenhower zei, was Japan op dat moment op zoek naar een manier om zich over te geven met een minimum aan gezichtsverlies, en ‘het was niet nodig om ze te raken met dat vreselijke ding.’ Dus als Japan klaar was om zich over te geven, waarom werden er dan atoombommen op Hiroshima en Nagasaki gegooid? Een belangrijke factor bij de beslissing om te bombarderen was de wens van de VS om na de oorlog hun dominantie in de regio te vestigen. Degenen die plannen maakten voor de naoorlogse situatie geloofden dat hiervoor de Amerikaanse bezetting van Japan nodig was, zodat de VS een permanente militaire aanwezigheid kon vestigen, haar politieke en economische systeem kon vormgeven en het gebied van de Stille Oceaan kon domineren zonder angst voor een Japanse wederopstanding. Maar de heropleving van Japan was niet langer de belangrijkste strategische zorg van de VS; hun grootste zorg was bovenal de Sovjet-Unie in de naoorlogse wereld, zowel in Azië als in Europa.

De Sovjet-Unie was de bondgenoot van de VS in oorlogstijd tegen Duitsland. Uiteindelijk waren hun economische systemen natuurlijk onverenigbaar; de VS zouden niet aanvaarden dat enig deel van de wereldeconomie voor hen zou worden afgesloten, en degenen die een alternatief zochten voor het markteconomische model van de VS, neigden ertoe naar de Sovjet-Unie te kijken. Dit dreigende antagonisme werd nog versterkt door de toegenomen macht en prestige van de Sovjet-Unie na haar rol bij het breken van de rug van Duitslands militaire machine. De VS wensten bijgevolg een Sovjet-opmars in Azië en de daaropvolgende Sovjet-invloed op Japan te voorkomen.

Men is gedwongen te concluderen dat de VS hun unieke militaire macht wilden demonstreren – hun bezit van de atoombom – om politiek en diplomatiek voordeel te behalen ten opzichte van de Sovjet-Unie bij de naoorlogse regeling in zowel Azië als Europa. Zoals de Amerikaanse historicus Gar Alperovitz opmerkt:

Moderne onderzoeksresultaten tonen duidelijk aan dat Amerikaanse topambtenaren vanaf april 1945 berekenden dat het gebruik van de atoombom de Amerikaanse diplomatie ten opzichte van de Sovjet-Unie enorm zou versterken in de onderhandelingen over zowel het naoorlogse Europa als Azië. De atoombom werd in feite in eerste instantie niet onder de aandacht van Truman gebracht vanwege de relatie met de oorlog tegen Japan, maar vanwege de waarschijnlijke gevolgen voor de diplomatie.

Terwijl veel vooraanstaande Amerikaanse politici, diplomaten en militairen het onnodig vonden om Japan te bombarderen, drong de groep rond de toenmalige president van de VS, Harry S Truman, er sterk op aan. Oorlogsminister Henry Stimson, bijvoorbeeld, beschreef de atoombom als de ‘meesterkaart’ in de Amerikaanse diplomatie tegenover de Sovjet-Unie.

Het was begin 1945 duidelijk dat de Japanse regering weliswaar geen ‘onvoorwaardelijke overgave’ aanbood, maar wel streefde naar een onderhandelde overgave, via de neutrale Sovjet-Unie. Voorwaarde was wel dat de positie van de Japanse keizer Hirohito zonder gezichtsverlies gehandhaafd zou blijven. Een mogelijk scenario zou zijn geweest zijn rol te veranderen in die van constitutioneel monarch en hem vrij te stellen van aanklachten wegens oorlogsmisdaden, aanklachten die tot zijn executie hadden kunnen leiden, zoals het geval was geweest met veel leiders van Nazi-Duitsland.

Er was algemene overeenstemming onder de westerse leiders dat dit een aanvaardbare benadering zou zijn, maar dit standpunt werd niet aan de Japanse regering overgebracht. Uit verslagen blijkt zelfs dat President Truman dit buiten de verklaring van Potsdam hield – de na-oorlogse regeling waaraan de Grote Mogendheden (de alliantie in oorlogstijd van de Sovjet-Unie, de VS en het VK) werkten – omdat de Amerikaanse A-bomproef te Alamogordo juist met succes was afgesloten. De leiding van de VS liet de Japanners niet weten dat de voorwaarden voor hun overgave min of meer aanvaardbaar waren, omdat zij een excuus nodig had om de bom te gebruiken en zo haar ontzagwekkende macht te tonen in een wereld waarin alleen de VS over dit wapen beschikten. Haar enige gelegenheid om dit te doen was voordat de Japanners zich overgaven.

De Sovjet-Unie had beloofd drie maanden na het einde van de oorlog in Europa de oorlog tegen Japan te beginnen. Die dag naderde snel en de VS hadden twee redenen om de bom te willen gebruiken voordat dit zou gebeuren. Ten eerste was het zeer waarschijnlijk dat de deelname van de Sovjet-Unie aan de oorlog een Japanse overgave tot gevolg zou hebben, waardoor elke rechtvaardiging voor het gebruik van de atoombom zou wegvallen. Ten tweede wilden de VS voorkomen dat de Sovjet-Unie Japan zou bezetten terwijl de Amerikaanse troepen nog ver weg waren en zo de Sovjet-invloed zou consolideren. Daarom wierpen de VS op 6 augustus de eerste atoombom op de stad Hiroshima. Op 9 augustus mengde de Sovjet-Unie zich in de oorlog in Azië, zoals beloofd. Later op dezelfde dag, voordat Japan de tijd had gehad om de gruwelijke gevolgen van de bom op Hiroshima te begrijpen en erop te reageren, lieten de VS een tweede bom op de stad Nagasaki vallen. De Amerikaanse regering kreeg wat ze wilde, maar tegen de meest afschuwelijke menselijke prijs.

Iedere generatie sinds 1945 heeft geleefd met de kennis van deze misdaden en met de angst voor herhaling ervan, met veel krachtiger en destructievere wapens. Laten wij dit jaar, nu wij Hiroshima en Nagasaki gedenken, hen die stierven en hen – de hibakusha – die overleefden en getuigden, ons in deze uiterst gevaarlijke tijden inzetten voor de wereldwijde afschaffing van kernwapens, voor een wereld van vrede en gerechtigheid.

De Nooit Meer Oproep

‘Na mijn dood wil ik dat toekomstige generaties weten wat er met ons is gebeurd.’

– Tsutomu Yamaguchi, overlevende van de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki

De overlevenden van de atoombombardementen op Hiroshima en Nagasaki zijn al meer dan 70 jaar de drijvende kracht achter de beweging tegen kernwapens. Doneer alstublieft aan onze oproep om ervoor te zorgen dat de verhalen van de Hibakusha verteld blijven worden en om onze campagne te versterken om een nieuwe Hiroshima of Nagasaki te voorkomen.