Waar woonden de Azteken?

De Azteken noemden zichzelf de Mexica. Oorspronkelijk kwamen zij uit een plaats die Aztlan heette, hoewel historici het er niet over eens zijn waar deze plaats zich precies bevond. Zij zwierven in de 12e eeuw rond in wat nu Mexico is en vestigden zich uiteindelijk rond het Texcocomeer. De Tepanecs verdreven hen uit de regio, en de Mexica vestigden zich in Tizapan met toestemming van Cocxtli, die de leider was van een volk dat bekend stond als de Culhuacan. Van daaruit vestigden de Mexica zich in Tenochtitlan, het huidige Mexico-Stad. De Azteken breidden zich in de 14e en 5e eeuw snel uit, legden kanalen aan en vestigden zich in een groot deel van het huidige Mexico.

Cortez arriveerde op het schiereiland Yucatan in 1519, en dit was het begin van het einde voor het Azteekse Rijk. Vóór zijn aankomst had Tenochtitlan te kampen met een reeks natuurrampen, waaronder zware overstromingen. Ook verscheen er een komeet aan de hemel, waarvan men dacht dat het een symbool van onheil was. Cortes sloot zich aan bij vijanden van de Azteken, bekend als de Tlaxcala, en veroverde de Azteekse hoofdstad in 1521. Cortes doopte de stad om tot Mexico Stad, en hing de keizer op.