Prognose bij chronisch obstructieve longziekte

Hoewel van vele factoren is aangetoond dat zij verband houden met de overleving bij patiënten met COPD, zijn de leeftijd van de patiënt en de FEV1 na bronchodilatatie de beste voorspellers van mortaliteit. De aanwezigheid van milde obstructieve luchtwegaandoeningen is geen indicatie voor een progressief neerwaarts beloop en een kortere overleving. Het sterftecijfer van patiënten met een FEV1 na bronchusverwijding van 50% of meer van de voorspelde waarde was slechts iets hoger dan dat van een groep gezonde rokers. Onderzoekers die proberen de overleving van patiënten met COPD te vergelijken moeten proberen patiënten met astma of astmatische bronchitis uit te sluiten, omdat deze individuen een veel betere prognose hebben dan die met typische COPD (emfyseem en chronische bronchitis). Patiënten moeten nauwgezet worden gematcht op leeftijd en ernst van de aantasting, omdat jongere personen en personen met mildere aantasting waarschijnlijk langer zullen leven. Naast leeftijd en FEV1 is aangetoond dat andere factoren de overleving beïnvloeden. Patiënten die stoppen met roken zullen waarschijnlijk langer overleven dan degenen die blijven roken. Het is duidelijk aangetoond dat de aanwezigheid van ondervoeding de overleving verslechtert. Verdere studies zullen nodig zijn om te bepalen of corticosteroïdtherapie de progressie van de ziekte kan vertragen bij patiënten met typische COPD. Zuurstoftherapie verbetert de overleving bij COPD-patiënten met aanzienlijke hypoxemie, van wie velen ook CO2-retentie, polycythemie en cor pulmonale hebben. Er zijn nu meerdere studies in de literatuur die suggereren dat het type uitgebreide respiratoire zorg dat wordt geleverd door longrevalidatieprogramma’s niet alleen de kwaliteit van leven kan verbeteren, maar ook de overleving bij patiënten met chronische obstructieve longziekte.