Authors & ContributorsCara Plese
May 15, 2012
De evaluatie van forensisch bewijsmateriaal is aanzienlijk veranderd sinds de DNA-identificatiewet van 1994. Forensische DNA-analyse speelt een cruciale rol in strafrechtelijk onderzoek, en als gevolg daarvan hebben forensische laboratoria nu te maken met enorme achterstanden als gevolg van het aantal monsters dat voor onderzoek wordt ingediend. Dit is waar presumptief testen van bewijsmateriaal, zoals verdachte biologische vloeistoffen, nuttig kan zijn.
Presumptieve tests werken door het detecteren van een component van de verdachte vloeistof die uniek is voor die vloeistof, of slechts sporadisch wordt aangetroffen in andere vloeistoffen of commerciële producten. De specificiteit van een presumptieve test hangt af van hoe uniek het bestanddeel van belang is voor een bepaalde vloeistof.
Presumptieve tests kunnen worden gebruikt met verouderde vlekken, verdunde vlekken, en in sommige gevallen kan het aliquot dat voor de presumptieve test is bereid, opnieuw worden gebruikt voor DNA-onderzoek, indien nodig. Presumptieve tests zijn snel uit te voeren, en zijn ook een belangrijke stap om de DNA-achterstand te verkleinen door monsters te elimineren die eigenlijk geen vloeistoffen van belang bevatten.
Gateway Analytical voert momenteel presumptieve tests uit op de aanwezigheid van bloed, zaadvloeistof, urine en speeksel. Presumptieve testen zijn voordelig voor onze klanten omdat het efficiënte screeningstesten zijn, wat een snelle doorlooptijd betekent. Bovendien kunnen klanten aanzienlijk op de kosten besparen door een presumptieve test te laten uitvoeren in plaats van een niet-levensvatbaar monster naar een laboratorium te sturen voor een DNA-test. Niet-wetshandhavingspersoneel moet echter sterk overwegen om eventuele strafrechtelijke of civielrechtelijke monsters door een advocaat te laten afleveren; dit waarborgt de juiste chain of custody.