Bijwoorden bij werkwoorden
Wanneer een bijwoord een werkwoord wijzigt, zijn er gewoonlijk 3 mogelijke posities binnen de zin of bijzin:
1. FRONT – vóór onderwerp | Nu | ga ik een boek lezen. | ||
2. MID – tussen onderwerp + werkwoord | Ik | lees | vaak | boeken. |
3. EINDE – na werkwoord/voorwerp | Ik lees boeken | zorgvuldig. |
Bijwoorden bij bijvoeglijke naamwoorden/bijwoorden
Wanneer een bijwoord een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord wijzigt, komt het meestal voor het woord dat het wijzigt te staan, bijvoorbeeld:
bijwoord | bijvoeglijk naamwoord | ||
---|---|---|---|
Ze gaf hem een | echt | vieze | blik. |
spreekwoord | spreekwoord | ||
We | vaak | Engels leren. |
Soort bijwoord kan positie beïnvloeden
De positie van een bijwoord hangt vaak af van het soort bijwoord (manier, plaats, tijd, graad). De volgende tabel geeft enkele richtlijnen voor plaatsing op basis van het soort bijwoord.
soort bijwoord | bepaalt | zin | gewone positie | |||
---|---|---|---|---|---|---|
spreekwoord | ||||||
manier | spreekwoorden | Zachtjes sprak zij | . | EIND | ||
plaats | spreuken | Hij woonde | hier. | EIN | ||
tijd | definitief | spreuken | Ik zal het | vandaag doen. | EIND | |
frequentie | Wij | gaan | vaak | naar Parijs. | MID | |
graad | spreekwoorden, adj. en adv. | Ik | bijna | overleed. | MID | |
Het was | verschrikkelijk | grappig. | vóór adj. | |||
Hij werkt | echt | snel. | vóór adv. | |||
Waarschuwing: dit zijn slechts richtlijnen, en niet volledig. Er zijn vele uitzonderingen. |