Als linkshandige golfers lange drives willen slaan, moeten ze een goed begrip hebben van de swingboog.
De swingboog is het cirkelvormige pad rond het lichaam dat door het clubhoofd wordt afgelegd tijdens de swing. Deze boog is enigszins verschillend bij elke club, en elk schot heeft een bepaalde boog die het beste past bij de behoeften van een speler. De driver, bijvoorbeeld, wordt het best gebruikt met een zwaaiboog die vlak voor de bal eindigt. Dit betekent dat de bal met een opwaartse slag wordt geslagen, waardoor de hoeveelheid loft en lancering die op de bal wordt overgebracht maximaal is.
Swing Arc – Irons vs. Woods
De beste balaanzetters met loft ijzers begrijpen dat een licht neerwaartse slag de juiste hoeveelheid kracht en backspin oplevert. Deze licht dalende slag ontstaat wanneer de zwaaiboog net na de bal het laagste punt bereikt. Dit is de reden waarom de beste spelers ter wereld, zoals Phil Mickleson, divots nemen na het slaan van een iron shot. Het belangrijkste verschil tussen een ijzeren en houten swing is waar de swingboog uitmondt.
De swingboog hangt af van een aantal factoren, waaronder de lengte van de club en de positie van de bal. De wedges zijn de kortste clubs in de tas en hebben een zwaaiboog die net na het middelpunt van de stand eindigt; dit is de reden waarom de balpositie bij een volledige swing met wedges in het midden van de stand is, zodat spelers naar beneden en door de bal kunnen slaan en een divot kunnen maken. Drivers zijn de langste club in de tas en hebben daarom de breedste en ondiepste zwaaiboog. De zwaaiboog van de driver komt het laagst uit aan de voorkant van de stance voordat hij begint op te lopen als hij de rechter hiel passeert. Dit is de reden waarom spelers de bal naar de voorkant van de stance willen hebben, zodat ze de bal met een opwaartse slag kunnen slaan.
Hoe de driver te slaan
1. Tee de bal hoog; minstens de helft van de bal moet boven de bovenrand van de driver uitkomen wanneer deze zich achter de bal bevindt.
2. Neem je stance en zorg ervoor dat de bal net binnen de rechter hiel of zelfs iets daarboven ligt (de long drive kampioenen teeën de bal vaak voorbij de voorste voet en uitzonderlijk hoog om de bal echt naar boven te kunnen slaan).
3. Breng de linkervoet naar achteren zodat de voeten verder dan schouderbreedte uit elkaar staan. Dit zorgt voor een stabiele stand en verplaatst het swingcentrum achter de bal.
4. Breng de club weg op een lage takeaway waarbij u volledig draait tijdens de achterzwaai.
5. Probeer bij de doorzwaai achter de bal te blijven, laat uw gewicht niet te ver naar voren op de voorste voet rusten.
6. Concentreer u op een ‘opwaartse’ zwaai op de bal, waarbij u de bal van de tee slaat en hem met een opwaartse boog raakt.