“Ik ben zelf eigenlijk nogal teneergeslagen en depressief geweest… Ik heb veel moeten opgeven. Niets van dit alles is gemakkelijk geweest,” zei de 17e Karmapa Ogyen Trinley Dorje in een recente toespraak, waarin hij ook sprak over gezondheidsproblemen en zijn hoop om de verdeeldheid in de Karma Kagyu-overleveringslijn te verzoenen.
Vorige week heeft de 17e Karmapa Ogyen Trinley Dorje een “speciale boodschap” overgebracht aan het publiek van de 35e Kagyu Monlam Chenmo, de zevendaagse gebedsceremonie die jaarlijks wordt gehouden in Bodh Gaya, India.
Het hoofd van de Karma Kagyu-lijn van het Tibetaans boeddhisme deelde de worstelingen waar hij lang mee te maken heeft gehad in zijn rol als de Karmapa, en uitte zijn wensen om de breuken en onenigheden binnen de Kamtsang Kagyu-lijn op te lossen. Hij bracht de boodschap via live webcast vanuit de Verenigde Staten, waar hij de afgelopen zes maanden verbleef vanwege gezondheidsproblemen.
“Ik heb geen redenen of enige basis om te zeggen dat ik de reïncarnatie ben van een grote lama,” zei de Karmapa.
“Omdat ik een gewoon mens ben, moet ik ongelooflijk veel moeite doen… Maar hoeveel moeite ik ook doe, het is nooit genoeg,” zei hij.
Hij zei dat veel mensen geloven dat de Karmapa zijn “iets ongelofelijks is.”
“Voor mij is dat niet gebeurd,” zei hij.
Ogyen Trinley Dorje werd erkend als de Karmapa toen hij zeven jaar oud was. In zijn boodschap deelde hij dat het moeilijk was om de overgang te maken van “een kleine jongen die niet echt begreep wat een Karmapa is… naar het op de troon gezet worden van de Karmapa, en geleidelijk de verantwoordelijkheden te moeten nemen die dat met zich meebrengt.”
De Karmapa deelde zijn ontevredenheid over het onderwijs dat hij kreeg toen hij opgroeide in Tibet in het Tsurphu klooster, en in India, waar hij op 14-jarige leeftijd heen vluchtte, om aan de Chinese controle te ontsnappen.
“Ik was maar een kleine jongen,” zei hij. “Alle mensen om me heen waren volwassenen. Dus ik moest doen wat ze me zeiden en ik kon niet zeggen wat ik moest doen.”
“De mensen die me advies gaven, ook al hadden ze zeker pure motivatie, er was niemand die in staat was om me te begeleiden – die honderd procent betrouwbaar was.”
“In termen van mijn opleiding,” zei hij, “waren er veel hiaten.”
Ogyen Trinley Dorje is een van de twee claimers van de titel van de 17e Karmapa. Toen de 16e Karmapa Rangjung Rigpe Dorje in 1981 stierf, werden twee verschillende opvolgers aangewezen door twee verschillende overleveringslijnhouders, Shamar Rinpoche en Tai Situ Rinpoche; het was de laatste die Ogyen Trinley Dorje erkende. Dit heeft sindsdien een “grote kloof” veroorzaakt binnen de traditie, zei de Karmapa. Hij erkende deze kloof en sprak zijn wens uit deze te verzoenen.
“Vanuit het diepst van mijn hart denk ik dat we verzoening kunnen hebben, en ik doe een paar dingen om dat te bewerkstelligen. Maar het is niet iets wat één persoon kan doen. Het is zo cruciaal om te onthouden dat beide kanten open moeten zijn,” zei hij.
“Onze leringen – de Kamtsang – zijn hetzelfde. Onze goeroes zijn dezelfde. De kleur van onze hoeden is dezelfde… Als we ons blijven vastklampen aan onze eigen facties, hoe gelijk we ook hebben, zullen we zo bevooroordeeld zijn ten opzichte van onze partijen, dat we voor onszelf zullen werken, om voor onszelf te winnen, en de anderen te verslaan. En dus zou het een complete vergissing zijn om dit aan te gaan… We staan allemaal aan de kant van de Karma Kagyu.”
De Karmapa nam ook de tijd om in te gaan op zijn verlengde verblijf in de Verenigde Staten. “De belangrijkste reden dat ik in het buitenland verblijf is dat toen ik een medisch onderzoek in Duitsland had, ze me vertelden dat ik een medisch probleem had,” zei hij. “Gedurende vele jaren heb ik nooit de gelegenheid gehad om echt uit te rusten – om zowel het lichaam als de geest te laten rusten. Als ik eenmaal terug ben in India, zal er veel drukte zijn… dus ik zou niet kunnen rusten… Ik ben hier gebleven om uit te rusten… Ik ben hier gebleven omdat ik aan de lange termijn denk.”
“Ik ben zelf eigenlijk behoorlijk teneergeslagen en depressief geweest… Ik heb veel op moeten geven. Het is allemaal niet gemakkelijk geweest,” zei hij.
Ten slotte vroeg de Karmapa dat de Karma Kagyu afstamming gebruik zou maken van de mogelijkheid om de afstamming te laten “herleven en bloeien” door inspanningen te leveren om de boeddhistische leringen te belichamen:
“Onze Kagyu afstamming in het algemeen, en in het bijzonder de Karma Kamtsang, het is alsof we een grote familie zijn… en in deze familie is de Gyalwa Karmapa als de vader van het gezin. Maar de vader kan niet alle verantwoordelijkheid alleen dragen,” zei hij.
“Een enkele pilaar kan een enkel gebouw niet overeind houden, toch?” vroeg hij.
“Soms denk ik dat het beter zou zijn om gewoon te leven als een gewoon mens, een gewone dharma beoefenaar… Dit is omdat ik vele jaren hard gewerkt heb, maar ik kan niet hard werken in mijn eentje.”
Kunt u ons helpen in een kritieke tijd?
COVID-19 heeft enorm veel leed, onzekerheid, angst en spanning in de wereld gebracht.
Onze oprechte wens is dat deze boeddhistische leringen, geleide oefeningen en verhalen een balsem kunnen zijn in deze moeilijke tijden. In de afgelopen maand hebben meer dan 400.000 lezers zoals u onze site bezocht, bijna een miljoen pagina’s gelezen en meer dan 120.000 uur aan videolessen gestreamd. We willen nog meer boeddhistische wijsheid aanbieden, maar onze middelen staan onder druk. Kunt u ons helpen?
Niemand is vrij van de gevolgen van de pandemie, ook Lion’s Roar niet. We zijn sterk afhankelijk van advertenties en kioskverkoop om ons werk te steunen – die beide zijn dit jaar drastisch gedaald. Kunt u Lion’s Roar steunen in deze kritieke tijd?