Door Rebecca Parlakian, MA, Ed.
Baby’s slaappatronen: Just the Facts
Baby’s beginnen pas een regelmatig “dag-wakker, nacht-slaap” patroon te vertonen als ze ongeveer 4 maanden oud zijn. Daarom raden wij u aan te wachten tot uw baby minstens 4 maanden oud is voordat u begint met enige vorm van slaaptraining.
Neem contact op met de zorgverlener van uw kind voordat u begint met slaaptraining. Neem altijd contact op met uw arts voordat u met slaaptraining begint als uw kind speciale medische zorg nodig heeft.
Grope volwassenen hebben ook slaap nodig
De meeste nieuwe ouders zijn moe. Ouders die weken of maanden niet goed slapen, hebben meer kans om aan te geven dat ze zich gestrest, angstig of depressief voelen. Een gebrek aan slaap kan het ook moeilijker maken om met alledaagse gevoelens en uitdagingen om te gaan, zoals het kalmeren van baby’s wanneer ze herrie maken.
Ruilen, of niet huilen (dat is de vraag)
Voor baby’s is huilen een normale reactie op het wennen aan bedtijd. Er zijn veel manieren om baby’s te helpen zichzelf te kalmeren en in slaap te vallen. Het is aan de ouders om te kiezen welke slaapmethode het beste werkt voor hun baby en hun gezin. Omdat baby’s leren door routines, is het belangrijk dat ouders een methode kiezen die ze consequent kunnen gebruiken, een die hen niet zal uitputten.
Wat is “Crying It Out”?
Er zijn verschillende manieren om na te denken over het helpen van baby’s bij het leren zelf in slaap te vallen.
-
Geleidelijk “uithuilen” (vaak de “Ferber-methode” genoemd) houdt in dat ouders hun baby na een bedtijdroutine neerleggen en hem laten huilen tot hij in slaap valt. Ouders controleren de baby en wachten steeds langer voordat ze de kamer binnengaan, beginnend bij 2 minuten en geleidelijk oplopend tot 30 minuten. (Deskundigen raden ouders aan de baby niet op te pakken of tegen de baby te praten als ze de babykamer binnengaan). Deze routine wordt herhaald totdat de baby zelfstandig in slaap valt.
-
Bedtijd vervagen: Ouders verschuiven de bedtijd van een baby elke avond met 10-15 minuten, zodat de baby moe is als het bedtijd is. Wanneer de baby een punt bereikt waarop hij in slaap valt kort nadat hij is neergelegd, wordt dat “bedtijd”.”
Wat zegt het onderzoek?
-
Zowel gegradueerd huilen als bedtijdfading hielpen baby’s sneller in slaap te vallen, vergeleken met baby’s van wie de ouders informatie kregen over het slapen van baby’s (maar geen specifieke strategieën).
-
Moeders die gebruikmaakten van geleidelijk uithuilen of bedtijdfading vertoonden minder stress dan moeders die alleen slaapinformatie kregen, maar geen strategieën.
-
Families die gebruikmaakten van geleidelijke huilbuien constateerden ook dat hun baby’s minder vaak ’s nachts wakker werden.
-
De keuze voor een strategie voor het slapengaan heeft geen invloed op de relatie van een baby met de ouders. Ouders “beschadigen” hun relatie met hun baby niet door het gebruik van een gegradueerde huilstrategie.
Wat is de conclusie?
Leren inslapen is een nieuwe vaardigheid voor baby’s. Ze huilen vaak als een normaal onderdeel van dit vroege leren. Korte huilperiodes helpen baby’s om tot rust te komen, in slaap te vallen en de vaardigheid van het in slaap vallen onder de knie te krijgen.
Sommige baby’s hebben het moeilijker dan anderen om uit zichzelf in slaap te leren vallen. Slaapuitdagingen zijn waarschijnlijk een van de moeilijkste delen van het vroege ouderschap.
Wanneer baby’s gedurende de dag regelmatig liefdevolle, responsieve zorg ontvangen, is slaaptraining niet schadelijk voor hun hersenontwikkeling of voor hun relatie met ouders.
Footnotes
Sheldon, S. H. (2014). Ontwikkeling van slaap bij zuigelingen en kinderen. In S. H. Sheldon, R. Ferber , M. H. Kryger, & D. Gozal (Eds.), Principles and practice of pediatric sleep medicine (2nd ed.), pp. 17-23. Elsevier Saunders.
Sheldon, S. H. (2014). Ontwikkeling van slaap bij zuigelingen en kinderen. In S. H. Sheldon, R. Ferber , M. H. Kryger, & D. Gozal (Eds.), Principles and practice of pediatric sleep medicine (2nd ed.), pp. 17-23. Elsevier Saunders.Clinical Sleep Medicine, 12(11), 1535-1543. doi:10.5664/jcsm.6284
Ibid.
Gradisar, M., Jackson, K., Spurrier, N. J., Gibson, J., Whitham, J., Williams, A. S., … Kennaway, D. J. (2016). Gedragsinterventies voor slaapproblemen bij zuigelingen: Een gerandomiseerde gecontroleerde trial. Pediatrics, 137(6). Retrieved from https://pediatrics.aappublications.org/content/137/6/e20151486
Ibid.
Ibid.
Price, A. M. H., Wake, M., Ukoumunne, O. C., Hiscock, H. (2012). Five-year follow-up of harms and benefits of behavioral infant sleep intervention: Gerandomiseerde studie. Kindergeneeskunde, 130(4).