Effecten van escitalopram/quetiapine combinatietherapie versus escitalopram monotherapie op hypothalamus-hypofyse-bijnier-as activiteit in relatie tot de effectiviteit van antidepressiva

Het hypothalamus-hypofyse-bijnierschorssysteem (HPA) zou een belangrijke rol spelen in de pathofysiologie van depressieve stoornissen. In deze context is aangetoond dat het atypische antipsychoticum quetiapine (QUE) de activiteit van het HPA-systeem remt bij gezonde proefpersonen. In deze studie hebben wij onderzocht of de vermeende remmende effecten van QUE op de activiteit van het HPA systeem kunnen bijdragen aan de antidepressieve werking van het middel. Wij analyseerden de effecten van QUE als een augmentatie van de selectieve serotonine heropname remmer (SSRI) escitalopram (ESC) op de activiteit van het HPA systeem in vergelijking met een monotherapie met ESC in relatie tot de antidepressieve effectiviteit. De activiteit van de HPA-as (cortisol en ACTH) werd gemeten door middel van de dexamethason/corticotropin-releasing hormone (DEX/CRH) test die werd uitgevoerd vóór (week 0) en tijdens (week 1, week 5) antidepressieve psychofarmacotherapie. De combinatietherapie, maar niet de ESC monotherapie vertoonde significant remmende effecten op de activiteit van het HPA-systeem, leidend tot een stapsgewijze down-regulatie. De ACTH-concentraties daalden in de ESC/QUE-groep gedurende vijf weken behandeling. Het remmende effect van QUE kan betrokken zijn bij zijn antidepressieve effecten als een augmentatiestrategie.