Biografie van Mahatma Gandhi

Mohandas Karamchand Gandhi werd geboren op 2 oktober 1869 in Porbandar, India. Hij werd een van de meest gerespecteerde spirituele en politieke leiders van de jaren 1900. Gandhi hielp het Indiase volk te bevrijden van de Britse overheersing door geweldloos verzet, en wordt door de Indiërs geëerd als de vader van de Indiase natie. Hij werd sterk beïnvloed door Thoreau, Tolstoj, Ruskin, en bovenal door het leven van Jezus Christus. De Bijbel, in het bijzonder de Bergrede en de Bagavad-Gita hadden een grote invloed op hem. Het Indiase volk noemde Gandhi ‘Mahatma’, wat Grote Ziel betekent. Op 13-jarige leeftijd trouwde Gandhi met Kasturba, een meisje van dezelfde leeftijd. Hun ouders regelden het huwelijk. De Gandhi’s kregen vier kinderen. Gandhi studeerde rechten in Londen en keerde in 1891 terug naar India om zijn beroep uit te oefenen. In 1893 nam hij een eenjarig contract aan om in Zuid-Afrika juridisch werk te verrichten.

In die tijd beheersten de Britten Zuid-Afrika (hoewel Zuid-Afrika als zodanig in die tijd nog niet bestond, en de Britten lang niet alles onder controle hadden. De Boerenoorlog (1898-1900) vestigde in feite de suprematie van de Britten over de Nederlanders (Boeren) en leidde uiteindelijk tot de Unie van Zuid-Afrika. Gandhi diende als medisch begeleider in deze oorlog.). Toen hij probeerde zijn rechten als Brits onderdaan op te eisen, werd hij mishandeld, en hij zag al snel dat alle Indiërs op dezelfde manier werden behandeld. Gandhi bleef 21 jaar in Zuid-Afrika om zich in te zetten voor de rechten van de Indiase bevolking. Hij ontwikkelde een actiemethode gebaseerd op de principes van moed, geweldloosheid en waarheid, Satyagraha genaamd. Hij geloofde dat de manier waarop mensen zich gedragen belangrijker is dan wat ze bereiken. Satyagraha bevorderde geweldloosheid en burgerlijke ongehoorzaamheid als de meest geschikte methoden om politieke en sociale doelen te bereiken. In 1915 keerde Gandhi terug naar India. Binnen 15 jaar werd hij de leider van de Indiase nationalistische beweging.

Gebruik makend van de principes van Satyagraha leidde hij de campagne voor Indiase onafhankelijkheid van Groot-Brittannië. Gandhi werd vele malen door de Britten gearresteerd voor zijn activiteiten in Zuid-Afrika en India. Hij geloofde dat het eervol was om de gevangenis in te gaan voor een rechtvaardige zaak. Meer dan eens gebruikte Gandhi het vasten om anderen te doordringen van de noodzaak om geweldloos te zijn. India werd in 1947 onafhankelijk en opgedeeld in India en Pakistan. Er volgden rellen tussen hindoes en moslims. Gandhi was een voorstander geweest van een verenigd India waar Hindoes en Moslims in vrede samenleefden.

Op 13 januari 1948, op 78-jarige leeftijd, begon hij te vasten met als doel het bloedvergieten te stoppen. Na 5 dagen beloofden de tegenover elkaar staande leiders de gevechten te staken en verbrak Gandhi zijn vasten. Twaalf dagen later werd hij vermoord door Nathuram Godse, een Hindoe fanaat die zich verzette tegen zijn programma van tolerantie voor alle geloofsovertuigingen en religies.

Er zijn vijf grote bijdragen die Mahatma Gandhi aan de wereld gaf, namelijk (1) Een nieuwe geest en techniek – Satyagraha; (2) De nadruk dat het morele universum één is en dat de moraal van individuen, groepen en naties dezelfde moet zijn. (3) Zijn aandringen dat de middelen en de doelen verenigbaar moeten zijn; (4) Het feit dat hij geen idealen koesterde die hij niet belichaamde of die hij niet aan het belichamen was. (5) Een bereidheid om te lijden en te sterven voor zijn principes. De grootste van deze is zijn Satyagraha.