Ancient World Magazine

De achillespees bevindt zich aan de achterkant van het onderbeen, en verbindt de kuitspieren met een punt op het hielbeen. Het is de sterkste pees in het menselijk lichaam, genoemd naar Achilles, een held uit de Trojaanse oorlog en een van de hoofdpersonen in de Ilias van Homerus.

Als u bekend bent met de verhalen rond de Trojaanse oorlog, weet u ongetwijfeld hoe Achilles stierf: hij was onkwetsbaar op een enkele zwakke plek na, zijn nu spreekwoordelijke hiel, die werd doorboord met een pijl die was losgelaten door de Trojaanse prins Paris. Het is dan ook logisch dat de genoemde pees naar de held is genoemd. Achilles was immers ook de sterkste van alle strijders in Troje, en ook de snelste.

Maar als je de Ilias van Homerus hebt gelezen, is het je misschien opgevallen dat Achilles nooit wordt beschreven als onkwetsbaar. Net als alle andere helden in het heldendicht trekt hij een harnas aan om zichzelf te beschermen. Als het Griekse leger op een dieptepunt is, trekt de strijdmakker van Achilles, Patroklos, het harnas van Achilles aan en voert de Myrmidonen aan in de strijd. Hij wordt dan de speelbal van de goden, en wordt uiteindelijk gedood door Hector.

Er gebeurt vervolgens iets interessants. Hector neemt het harnas van Achilles en trekt het aan. Onmiddellijk, zo vertelt Homerus, “drong de gevaarlijke oorlogsgod Ares bij hem binnen, zodat het inwendige lichaam vol kracht en gevechtskracht was” (Il. 17.210-212). Hector roept zijn metgezellen en keert terug naar de strijd, “vlammend in het strijdtenue van de groothartige Peleion” (Il. 17.214; vert. Lattimore), d.w.z. Achilles, de zoon van Peleus.

Twee punten hier. In de eerste plaats suggereren deze regels dat door het harnas van een groot krijger aan te trekken, men doordrongen kan raken van iets van zijn kracht. Maar er is nog een tweede punt dat hier gemaakt zou kunnen worden: wat als datgene wat Achilles onkwetsbaar maakte op het slagveld nu juist zijn wapenrusting was? Homerus besteedt in boek 18 van de Ilias immers ruimschoots aandacht aan de wijze waarop Achilles’ wapenrusting wordt vervangen: zijn moeder Thetis smeekt de god Hephaestus om een nieuwe wapenrusting voor hem te maken (Il. 18.368-617).

Oeroude bronnen over Achilles’ zwakke punt

Voor zover er sprake is van vroeg-Griekse schriftelijke bronnen, wordt er geen melding gemaakt van het feit dat Achilles slechts één zwak punt heeft. Het enige consistente element, reeds genoemd door Hector in boek 22 van de Ilias, is dat Achilles gedoemd is gedood te worden door toedoen van Paris en Apollo. Pas in de latere eerste eeuw v. Chr., in de Aeneis, geschreven door de Romeinse dichter Vergilius, krijgen we de eerste expliciete vermelding dat de god Apollo de pijl leidt die Paris losliet om de Griekse kampioen neer te halen (Aen. 6.56-58).

En dan nog is het niet duidelijk dat Achilles een bepaald zwak punt had. Daarvoor moeten we nog latere bronnen raadplegen. De eerste die expliciet melding maakt van Achilles’ zwakheid is de Romeinse auteur Statius in zijn gedicht Achilleis (1.133-134). Daarin wordt duidelijk dat Thetis de zuigeling Achilles onkwetsbaar maakte door hem onder te dompelen in het water van de Styx, de rivier die de wereld van de levenden scheidde van de onderwereld.

Ook blijkt uit de Achilleis dat Thetis haar zoon bij zijn enkel vasthield en dat dit dus de enige kwetsbare plek bleef. Soortgelijke verwijzingen naar Achilles’ enkel vinden we in de Bibliotheca van Pseudo-Apollodorus (E 5.3), en ook in de Fabulae van Hyginus. Maar als in de oudheid Achilles’ zwakke punt de enkel was, hoe komt het dan dat we het nu over de hiel van Achilles hebben?

Een verklaring hiervoor geeft het Oxford English dictionary met betrekking tot het Latijnse woord talus. Dit betekende oorspronkelijk “enkel”, maar veranderde in de loop van de Middeleeuwen van betekenis. Moderne afleidingen, zoals het Italiaanse tallone en het Franse talon, zijn nu woorden die “hiel” betekenen. Bijgevolg was het logisch om de kwetsbare plaats van Achilles te identificeren als zijn hiel en niet als zijn enkel (zoals ook opgemerkt door Gantz 1993, p. 628).

Deel van een tekening gebaseerd op een Chalcidisch vat, dat nu verloren is gegaan. De belangrijkste personages zijn gelabeld: op de grond ligt Achilles, met een pijl door de enkel. Boven hem slaat Ajax Glaucus neer; rechts, uitgerust als boogschutter, de Trojaanse prins Paris. De vrouw links is Athena, met haar aegis met slangenrand. Andere figuren, hier niet afgebeeld, zijn onder andere de held Aeneas.

Ondanks het feit dat Homerus er geen melding van maakt, is er toch een bewijsstuk dat de vroegst bekende verwijzing naar Achilles’ kwetsbare enkel bevat. Op een Chalcidische pot uit de nu verloren gegane Penbroke-Hope collectie, gedateerd ca. 540 v.Chr., is een aantal krijgers afgebeeld. Duidelijk zichtbaar op de grond is Achilles: een pijl steekt uit zijn rug, maar verreweg de meest opvallende wond is de pijl die zijn enkel heeft doorboord.

De scène bevat een aantal interessante details. De godin Athena waakt over de strijd. Achilles ligt dood op de grond. De Lycische aanvoerder Glaucus heeft Achilles’ enkel doorboord en er een touw door gehaald om het lijk weg te kunnen slepen, maar hij wordt neergeslagen door de Grote Ajax. Achter Glaucus zien we de Trojaanse prins Paris: uitgerust met boog en pijlkoker is hij duidelijk degene die het fatale schot gelost heeft.

Sommigen zullen misschien tegenwerpen dat het een beetje dwaas is dat een held gedood wordt door een schot in de enkel. Maar dit is fantasie, geen werkelijkheid. Iets dergelijks gebeurt in het verhaal van de Argonauten, wanneer Jason en zijn landgenoten de bronzen reus Talos, de verdediger van Kreta, verslaan door een stop in zijn enkel te verwijderen, waardoor zijn levenskracht wegvloeit.