(3) Een persoon is schuldig aan eenvoudig huiselijk geweld die eenvoudige geweldpleging pleegt zoals beschreven in subsectie (1) van deze sectie tegen een huidige of voormalige echtgenoot of een kind van die persoon, een persoon die als echtgenoot samenleeft of voorheen als echtgenoot samenleefde met de beschuldigde of een kind van die persoon, andere personen die door bloedverwantschap of aanverwantschap verwant zijn en die bij de beklaagde inwonen of vroeger inwoonden, een persoon die een huidige of vroegere relatie met de beklaagde heeft, of een persoon met wie de beklaagde een biologisch of wettelijk geadopteerd kind heeft gehad, en bij veroordeling wordt de beklaagde gestraft als bepaald in onderafdeling (1) van deze sectie; bij een derde of volgende veroordeling wegens huiselijk geweld, tegen hetzelfde of een ander slachtoffer en binnen vijf (5) jaar, is de beklaagde schuldig aan een misdrijf en wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van niet minder dan vijf (5) en niet meer dan tien (10) jaar. Bij de strafoplegging zal de rechtbank als verzwarende omstandigheid in aanmerking nemen of het misdrijf is gepleegd in de fysieke aanwezigheid of bij het horen van een kind jonger dan zestien (16) jaar dat ten tijde van het misdrijf in de woning van het slachtoffer, de woning van de dader of de woning waar het misdrijf plaatsvond, woonde.
(4) Een persoon is schuldig aan zwaar huiselijk geweld die zware mishandeling pleegt zoals beschreven in subsectie (2) van deze sectie tegen een huidige of voormalige echtgenoot of een kind van die persoon, een persoon die als echtgenoot samenwoont of voorheen als echtgenoot samenwoonde met de beklaagde, andere personen die door bloedverwantschap of aanverwantschap verwant zijn en die samenwonen of vroeger samengewoond hebben met de beklaagde of een kind van die persoon, een persoon die een huidige of vroegere relatie met de beklaagde heeft, of een persoon met wie de beklaagde een biologisch of wettig geadopteerd kind heeft gehad, en bij veroordeling wordt de beklaagde gestraft zoals bepaald in onderafdeling (2) van deze sectie; bij een derde of volgend misdrijf van huiselijk geweld met verzwarende omstandigheden, tegen hetzelfde of een ander slachtoffer en binnen vijf (5) jaar, is de beklaagde schuldig aan een misdrijf en wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van niet minder dan vijf (5) en niet meer dan twintig (20) jaar. Bij de strafoplegging zal de rechtbank als verzwarende omstandigheid in aanmerking nemen of het misdrijf is gepleegd in de fysieke aanwezigheid of bij het horen van een kind jonger dan zestien (16) jaar dat ten tijde van het misdrijf in de woning van het slachtoffer, de woning van de dader of de woning waar het misdrijf plaatsvond, woonde. Redelijke discipline van een kind, zoals billenkoek, is geen strafbaar feit in de zin van dit lid (4).
(5) “Relatie”: een sociale relatie als gedefinieerd in Sectie 93-21-3.
(6) Bij elke veroordeling wegens huiselijk geweld kan als voorwaarde voor een voorwaardelijke straf worden gesteld dat de beklaagde moet deelnemen aan begeleiding of behandeling om het huiselijk geweld te doen ophouden. Van de beklaagde kan worden verlangd dat hij de kosten van de begeleiding of behandeling geheel of gedeeltelijk betaalt, zulks ter beoordeling van de rechter.
(7) Bij het onderzoek naar beschuldigingen van een overtreding van subsectie (3) of (4) van deze sectie, maken de wetshandhavers gebruik van het formulier dat voor dergelijke doeleinden is voorgeschreven door het Bureau van de procureur-generaal in overleg met de verenigingen van sheriff’s en politiechefs.
(8) Bij elke veroordeling wegens aanranding als beschreven in een subsectie van deze sectie die voortvloeit uit een incident van huiselijk geweld, wordt in de strafbeschikking de aanduiding “huiselijk geweld” opgenomen. De rechtbank zendt een afschrift van elke beslissing tot veroordeling met de vermelding “huiselijk geweld” aan het Bureau van de procureur-generaal.